Waarin ik je vertel over mijn grootste held van het Sinterklaasjournaal en wat deze figuur vooral NIET met jou te maken heeft.

Dit is hem, de man waar ik het allerhardst om moet lachen bij het Sinterklaasjournaal. Piet Paniek. Zijn basiswoordenschat bestaat uit twee woorden, te weten ‘geen’ en ‘paniek’. En weet daarmee de conversatie te bepalen, want er is paniek, of er is geen paniek.

En jij? Hoe reageer jij als je wordt gebeld door een journalist? Laat ik er voor het gemak vanuit gaan dat het je wens is dat een medium aandacht aan je wil besteden. Dat je niks te verbergen hebt en geen onoirbare zaken doet. Anders zit je in een whole different ball game, die van crisiscommunicatie.

Ik ga er dus vanuit dat je vindt dat het tijd wordt dat veel meer mensen horen van jou of je dienst. Je wilt media-aandacht. En dan word je ineens gebeld. Door een journalist die meer over jou, over je bedrijf, dienst of de resultaten ervan wil weten. Natuurlijk zal je even slikken. Want nu komt het erop aan. Nu moet je je verhaal gaan vertellen. Relaxed en ontspannen. Maar wat doe je? Paniek? Of geen paniek?

Paniek slaat toe als je de regie kwijt bent. Van mijn klanten hoor ik vaak

• dat ze zich in het nauw gedreven voelen door journalisten, alsof ze op het matje worden geroepen
• dat ze niet het verhaal kunnen vertellen dat ze eigenlijk willen vertellen
• dat de journalist alleen vraagt naar de eigen invalshoek
• dat de journalist dus zijn eigen verhaal schrijft en niet dat van mijn klant

7 Tips voor een relaxed interview

Herkenbaar? Leuk is anders, als je je zo’n konijn voelt die in de koplampen van een auto staat te staren. Maar je hoeft echt niet de regie kwijt te zijn in een gesprek met een journalist. Ik stel dus voor ‘geen paniek’. Hoe? Hier een paar tips:

1. Zorg van tevoren dat je een hoofdboodschap hebt gemaakt. En op papier hebt gezet. Een rode lijn, waar je zo weinig mogelijk vanaf wijkt. Zo is de kans het grootst dat je het verhaal vertelt dat je eigenlijk wilt vertellen.
2. Probeer vanaf het begin van het gesprek een band op te bouwen met de journalist in kwestie. Zeg dat je het leuk vindt dat hij/zij belt, dat je hem/haar graag te woord staat. Stel je voor dat het een vriend is die belt en meer over je bedrijf of dienst wil weten. Dan ga je een stuk rustiger je verhaal vertellen. Zonder stress. Dan komt je verhaal over.
3. Jij mag ook vragen stellen! Bijvoorbeeld, wanneer het stuk gepubliceerd wordt, wat de invalshoek wordt van de journalist, hoe hij bij jou terecht gekomen is, welke personen of organisaties hij nog meer vraagt om een reactie. Dit geeft je een beeld van het verhaal dat de journalist voor ogen heeft.
4. Heb je bepaalde informatie niet paraat, dan kan je rustig zeggen dat je de journalist daar later nog even over terugbelt. Dat is helemaal niet erg. Zolang je maar doet wat je belooft.
5. Bij de schrijvende pers is het heel gebruikelijk om het stuk voor publicatie nog te lezen te krijgen. Je mag het stuk op zogenaamde feitelijke onjuistheden controleren. Dus als je echt niet zeker bent van een quote, dan kan je dat altijd nog aanpassen. Jullie hebben hierbij een gemeenschappelijk belang: die journalist is tenslotte ook niet gebaat bij foutieve informatie.
6. Vraag de journalist wat de onderwerpen zijn waar hij het meest over publiceert. Wie weet dat je hem (vaker) aan een nieuwtje kan helpen.
7. You’re in this together: die journalist wil echt iets van je weten. En daar kan jij hem aan helpen want jij weet iets wat hij niet weet.

Dus, paniek als er een journalist belt? Nee hoor, geen paniek! Of in elk geval zo min mogelijk.