Journalisten ergeren zich geregeld. Bijvoorbeeld aan de schipladingen slechte persberichten in hun mailbox, aan in wartaal pratende woordvoerders die het nieuws verhullen, aan PR-spam dat niets met nieuws te maken heeft.
Dat lijkt me ook niet fijn. Maar toch ergeren mensen zich ook aan journalisten. Neem mij nou. Ik spreek deze beroepsgroep geregeld, bijvoorbeeld als ik voor één van mijn klanten een verhaal bij ze wil aanprijzen.
Ik heb mijn ergernissen van de afgelopen maanden eens opgespaard. Ik wil ze jullie niet onthouden. Ziehier mijn ergernissen top-3 (mét een beschrijving van mijn reactie).
Ik heb een leuk fotomoment aangeprezen bij een regionale krant. Het betreft geen Groot Nieuws, maar wel een leuk plaatje over grote infrastructurele werkzaamheden. De journalist vertelt me dat hij het een erg leuk idee vindt en een fotograaf gaat sturen. Een dag later sta ik op het afgesproken tijdstip klaar voor ‘ontvangst’ van de fotograaf, die vervolgens maar niet komt. Contact met de redactie leert me dat de journalist in kwestie niet op de redactie is en er niemand op de redactie iets weet van een fotograaf. Inmiddels is mijn persbericht in verkorte vorm al gepubliceerd, dat dan weer wel, maar uiteraard zonder foto.
Hier snapte ik niets van. Hoe moeilijk is het om even af te bellen?
Wat deed ik? Slikken en weer doorgaan. Als ik bozig naar de redactie had gebeld met de vraag waarom de beloofde fotograaf niet kwam, zou ik mijn glazen ingegooid hebben. Het kan best zijn dat de redacteur door tijdsdruk echt vergeten was me te bellen, of dat hij door zijn eindredacteur teruggefloten was en mij dat niet wilde vertellen. En bovendien, mijn persbericht was al in de krant gepubliceerd.
Bij een regionale tv-zender had ik een leuk verhaal ondergebracht over een radiografisch bestuurbare inspectieboot. Die boot zag er leuk uit en ging in de haven van een stad een proefvaart maken. Er komt een verslaggever van de zender langs, die ruim 1,5 uur de tijd neemt om opnames te maken van de boot en interviews te maken met de ‘bootmensen’. En dat is lang, normaal zijn ze binnen een half uur klaar. Goed geregeld, zou je denken. Maar vervolgens is dit item nérgens te zien geweest op de zender. Ik vraag me zelfs af of er überhaupt iets met dit materiaal gedaan is.
Hier snapte ik niets van. Waarom een verslaggever sturen als er niets met het materiaal wordt gedaan?
Wat deed ik? Wederom ging ik niet bozig bellen naar de redactie. Kennelijk was er geen montagetafel beschikbaar, kennelijk was het materiaal niet goed genoeg. Bovendien, ik had die nieuwsredactie nog vast wel eens nodig voor hard nieuws. Dan moet ik daar niet bekend staan als boze woordvoerder.
Ik had weer eens bij een lokale krant een verhaal van een klant aangeprezen. Het persbericht lag inmiddels al een aantal dagen op de redactie. Ik was ervan overtuigd dat ik een leuk nieuwtje voor ze had en ik wilde weten of het persbericht wel bij de juiste personen terecht was gekomen. Dus bel ik de redactie. Ik vraag aan de journalist of ik hem even een vraag over het persbericht kan stellen. En toen sprak hij de illustere woorden: “wij zijn hier de journalisten dus wij stellen hier de vragen”. Onvoorstelbaar, een gewone journalist bij een gewone lokale krant?!
Wat deed ik? Nu hield ik mijn mond niet, in tegenstelling tot de vorige twee voorvallen. Ik antwoordde: “Oké, dus jullie stellen altijd de vragen. Nou goed. Maar ik wil toch graag weten of dit persbericht bij de juiste deelredactie beland is.” Wat hij me vervolgens braaf liet weten.
En wat is nu de moraal van dit verhaal? Journalisten, het zijn net mensen. Mijn journalistieke held Joris Luyendijk zei het al. Een foutje is menselijk en vergeten te bellen eveneens. Zand erover dus en weer verder.
Maar de arrogante journalist uithangen, zoals bij het laatste voorval, dat kan natuurlijk écht niet…
Simon
Wat mij ergert aan journalisten is het uh zeggen en de vragen die zij stellen, soms tot het onbeschofte af. Gewoon geen respect voor de persoon die men interviewde. Zeker bij een ram. Maar met name de presentatoren/journalisten die een praat programma leiden. De onbeschoftheid om de genodigde niet uit te laten praten en hun eigen mening doordrukken als de gast niet het antwoord geeft wat zij verwachten of hopen te horen, ment name Paul Witteman, Jeroen Pauw en Mathijs van Nieuwkerk hebben hier een handje van.
Het e-mailadres is puur voor verificatie, deze wordt niet getoond en niet voor andere doeleinden gebruikt.