Journalisten krijgen toch honderden persberichten per dag? Hoe schrijf ik een persbericht waar nieuwsredacties wél wat mee doen?
Journalisten zoeken nieuwswaardige verhalen voor hun doelgroep, of dat nou zakenlieden zijn op de Zuidas of huismannen in Assen. De nieuwsstroom die journalisten dagelijks te verstouwen krijgen is enorm; bij nieuwsredacties als die van RTL Nieuws of het ANP krijgen journalisten al snel zo’n 350 persberichten per dag binnen. Persberichten die 100% zeker niet geopend worden als die een kop hebben in de trant van ‘goh, best belangrijk’. Dus: lever relevante content, om te beginnen met een goeie kop.
‘Maar ik heb toch goeie marketingteksten voor mijn bedrijf?’, hoor ik mijn klanten vaak zeggen. Die teksten zijn ongetwijfeld heel goed. Maar journalistieke teksten lijken helemaal niet op marketingteksten. Sterker nog, stuur je je marketingteksten naar een journalist, dan zal hij er niets mee doen. Of in het gunstigste geval neemt hij nog de moeite om het door te sturen naar de advertentie-afdeling. Dat maakte ik onlangs nog mee voor een klant, met dagblad Trouw.
Een journalist wil altijd weten wat je stelling is – en dat willen zijn kijkers of lezers ook weten. Ook wil hij weten welke onderbouwing je hebt voor je stelling. En, last but not least, wast vind jij dat er moet gebeuren? Pak de opbouw van je hoofdboodschap aan op de volgende manier :
Bijvoorbeeld:
Stelling: De overheid moet meer geld vrijmaken voor de zorg in verpleeghuizen.
Dat is belangrijk omdat: hulpbehoevenden extra zorg nodig hebben en het verzorgend personeel dat niet kan bieden vanwege de enorme werkdruk en de bezuinigingen op deze zorg.
Dat blijkt uit: [let op: je eigen bevindingen alleen zijn niet voldoende!] een onlangs verschenen rapport van FNV Zorg en Welzijn/een rondgang langs verpleeghuisartsen/etc.
Hoe ziet een goed persbericht er dan uit? Hieronder deel ik mijn formule. Persberichten die ik voor klanten schrijf voldoen altijd aan deze opbouw.
1) [Dé kop die het nieuws in één zin vertelt; grote letters, dikgedrukt. De stelling uit de hoofdboodschap doet het vaak goed als kop]
2) [eventeel een subkop als je je nieuws niet in één zin beschreven krijgt]
3) Plaatsnaam, datum – [Dit stukje tekst heet de lead. Hierin vertel je het nieuws uit de kop in een aantal zinnen. Je kunt het nieuws uit de kop, die soms wat kort door de bocht is (want je moet tenslotte de aandacht trekken) alvast in een kader plaatsen. De lead is meestal zo’n 3 à 4 regels, dikgedrukt]
4) [De tekst die nu volgt is de romptekst. Daarin ga je uitweiden over je nieuws. Uitweiden dus, maar probeer het nog steeds kort en bondig te houden. Pak er zo’n 3 alinea’s voor. Plaats er eventueel tussenkopjes boven. Zorg ervoor dat je op maximaal 1A4 uitkomt voor het hele bericht.
Zorg ervoor dat je in dit deel van de tekst alle vragen beantwoordt die een buitenstaander (een journalist) kan hebben: wat is het nieuws, wie zegt dat, wie vindt dat, waarom is dat zo, wanneer is dat bekend geworden, wanneer vindt er iets plaats, wat zijn de gevolgen, etcetera. Voeg geen bijlagen toe; het gaat erom dat je alles wat ertoe doet in dit A4 weet op te nemen, zodat de journalist meteen je nieuws in hapklare brokken opgediend krijgt.
5) [Als het om een uitnodiging gaat voor de pers, vergeet dan niet plaats, datum en tijd hier te vermelden!]
_________________________________________________________________________________
6) [onderaan het persbericht staat altijd een noot voor de redactie. Deze noot beslaat maximaal 2 regels, je zet het in een kleiner font dan de tekst in het persbericht. Hierin vemeld je een URL waar de journalist meer info kan zoeken over je nieuws. Ook vermeld je hier een naam en een mobiel telefoonnummer van degene die gebeld kan worden voor meer info. Dat mobiele nummer moet altijd bemand zijn in de paar dagen na het versturen van het persbericht!]
7) [Voeg relevant beeldmateriaal toe. Een goed beeld zegt meer dan 100 woorden!]
Het e-mailadres is puur voor verificatie, deze wordt niet getoond en niet voor andere doeleinden gebruikt.